Er zijn tegenwoordig veel meditatievormen. Ook in Zijnsoriëntatie werken we met meerdere meditatiestijlen. De stijl die ik zie als de ‘basis’, en die ik hier beschrijf, heet in het Tibetaans Boeddhisme shamatha. De term die we aan de school voor Zijnsoriëntatie gebruiken, is wakkerte meditatie. Het woord zegt het al: het vraagt je wakker te worden uit je droom. Een droom die je -onbewust en continu- met je gedachten creëert, en die je het zicht belemmert op de werkelijkheid.
Weefwerk van gedachten
In ons dagelijks leven weven we onze werkelijkheid aan elkaar, door een werkelijkheidsgehalte aan onze gedachten toe te kennen. Ons weefwerk is doorgaans de wereld waarin we leven. Dat wat je denkt, is ook echt aan de hand, en daar moet je iets mee. Dit gaat bijvoorbeeld als volgt:
Gedachte 1: ‘ik heb geen zin in die verjaardag van morgen’
Gedachte 2: ‘ik ga afzeggen, ik zie haar een andere keer wel weer.’
Gedachte 3: ‘of moet ik wellicht toch….’
Et cetera.
Het weven is begonnen, door de eerste gedachte beet te pakken, en waar te maken. Dit proces vindt vrijwel continu plaats. Onze energie gaat uit naar onze gedachten, en daardoor missen we de natural ease van dit moment.
Training van de geest
In wakkertemeditatie, train je gedachten noch waar, noch onwaar te laten zijn. Je oefent om niet bezig te gaan met de inhoud van gedachten, maar de gedachten aan zichzelf te laten. Dit doe je door je aandacht te richten op de ademhaling in de buik, en niets te doen met gedachten die opkomen. In het begin zul je merken dat dit nauwelijks te doen is. Je komt erachter hoe druk je geest dag in dag uit bezig is, en hoe jij waarheid toekent aan de gedachtenwereld. Geen enkel probleem. De oefening is niet om minder te gaan denken. De oefening is om, steeds maar weer, je gedachten terug te brengen naar de ademhaling. Iedere keer dat je opmerkt dat je bent afgeleid. Je laat de gedachte onaf, en brengt jezelf liefdevol en vastbesloten, terug naar de adem. Dit is een groot gebaar.
Als je je gedachten laat komen en gaan, als wolken aan de open lucht, dan krijgt de werkelijkheid van nu -op een gegeven moment- kans om door te breken. Er komen gaten in het weefwerk, de zon kan door de wolken heen gaan schijnen. Hiermee komt ruimte voor straling, rust, helderheid, tevredenheid. Wonderbaarlijk genoeg lossen vele gedachten spontaan op. Het probleem is verdwenen! Of misschien komt spontaan het antwoord. Of misschien gebeurt er helemaal niets…hoe het ook zij, je ontspant omdat je energie niet meer uitgaat naar het weefwerk, niet meer opgetrokken is. Je energie kan dalen. Je geest vloeit terug naar de kern. Je brengt de geest thuis.
LOSLATEN
Dat is de oefening, die op zichzelf niet zo lastig is. Het lastige is, dat we ontzettend gehecht zijn aan onze werkelijkheidsweverij. Ik denk dat dit komt omdat ze ons weghouden van de oncontroleerbaarheid van dit moment. Of zoals de Boeddhistische leraar Chögyam Trungpa zegt: een heleboel problemen die zich met meditatie voordoen, hebben te maken met de angst voor het onbekende (1). Want wat blijft erover, als we onze gedachten niet waar maken? Je kunt misschien intuïtief wel aanvoelen, dat dit voor onze dagelijkse geest, die graag controle houdt, beangstigend is.
Meditatie is loslaten. Je zet haaks gedrag op iets dat je al je hele leven, onbewust doet. Je zegt tegen je gedachten: ik volg jullie niet. Ik volg een ander spoor, waarvan ik nog niet weet waar het uitkomt. Daar is moed voor nodig. Dat is controle loslaten, en vertrouwen. Als je die bereidheid steeds weer hebt, zal de onbeschreven, sprankelende en liefdevolle werkelijkheid van nu, op een gegeven moment zichtbaar voor je worden, en wakker worden in jou. En dan weet elke cel in jou: ik ben thuis.
(1) Trungpa, het pad is het doel, 2005