Mediteren, waarom doe ik dat?

Ongeveer 10 jaar geleden begon ik met meditatie. Ik vond het verschrikkelijk. Ik kon nauwelijks blijven zitten, maar iets in mij wist: hier moet ik zijn. Dit is wat ik te doen heb. Ik kan niet 5 minuten stilzitten zonder uiterst onrustig te worden. Zo kan het leven niet bedoeld zijn, er is vast iets dat ik mis, iets waaraan ik voorbij loop.

Die intuïtie bleek loepzuiver. Want er is een onverwoestbare gronddimensie in ons. Gemaakt van liefde, stroming, zachtheid. Warm als de zon, en helder als de maan. Die dimensie is van niets afhankelijk, maar verschijnt als we onszelf los weken van alle plaatjes die we plakken op de werkelijkheid. Als ik dat zicht heb weet ik zeker: ja, zo is het leven bedoeld. Dit is wie ik werkelijk ben.

Vanuit die gronddimensie kun je je leven leren vormgeven, en dat is wat ik wil en doe. Dat is ieder moment opnieuw kiezen, en dag in dag uit oefenen. Want onze blik staat naar overleven, en onze overlevingsblik kan deze dimensie niet zien. Vanuit onze overlevingsblik kunnen we niet stilstaan. Stilstaan is gevaarlijk. Maar gelukkig is onze geest zo ruim, dat we hem kunnen trainen om de andere kant op te kijken. Die training van de geest, dat is voor mij meditatie.

Ik ervaar aan den lijve, en steeds meer, dat het echt mogelijk is vrij en verlicht te leven. Het is diep thuiskomen bij mezelf, in relatie met de mensen om mij heen. Ook jij hebt toegang tot deze poort naar onvoorwaardelijk geluk. Sterker nog, je bent ervan gemaakt. Ik wijs je graag de weg.